Must-see mijnbouwlocaties Een contemplatieve ervaring rond Valenciennes

Laat je betoveren door dit natuurgebied, een van de rijkste van het departement, dat al een groot aantal vogels heeft aangetrokken die hier stoppen tijdens hun trek of het hele jaar door leven. Als je geluk hebt, zie je een zwaan majestueus landen, ontmoet je ganzen en andere zeldzamere vogels die specifiek zijn voor dit gebied, afhankelijk van het seizoen…

Voordat de mijnen van Chabaud-Latour (1873) en Ledoux (1901) werden gedolven, bestond dit gebied uit moerasland en een meertje. Naarmate de mijnbouw vorderde, verzwakte en zakte de bodem, waardoor in de jaren 1930 geleidelijk twee enorme vijvers ontstonden, bij Chabaud-La-tour en Digue noire. Met de concentratie van de landbouw na de nationalisatie breidden de twee vijvers zich verder uit en ontstond er een derde gebied. De oevers van de vijvers bieden een weids uitzicht op alle slakkenbergen die er aan grenzen, evenals op de bovenloop van de Fosse Ledoux.

De Compagnie d’Anzin was de eerste die een eigen spoorwegnet installeerde voor het vervoer van steenkool, de lijn Somain-Peruwelz. Deze lijn, die tussen 1838 en 1874 werd aangelegd, verbond de mijnen van de Compagnie en strekte zich uit over 40 kilometer. Het station van Fresnes, gelegen op het laatste traject dat in 1874 werd geopend, is een van de belangrijkste stations van de lijn. In 1874 werd een eenvoudige pier gebouwd, maar aan het begin van de 20e eeuw werd een nieuw station gebouwd met een belangrijk architectonisch ontwerp op basis van rijke geometrische patronen van rode, grijze en witte bakstenen.
Achter het station zijn de sporenlay-out en de perrons met hun overdekte galerij bewaard gebleven.